Bij Start Foundation weten we dat mensen met een beperking buiten spel worden gezet op de arbeidsmarkt. Niet omdat ze niet willen of niet kunnen, maar omdat ze “niet beperkt genoeg” zijn. Ze vallen buiten het doelgroepenregister dat hoort bij de Banenafspraak, een wet waarmee overheid en werkgevers meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk willen helpen. Zonder doelgroepenregistratie is er geen toegang tot de ondersteuningsregelingen, en moeten mensen op eigen kracht of met minimale hulp een baan zien te vinden. Voor velen een grote uitdaging, op een arbeidsmarkt die complex is en waar nog altijd veel vooroordelen bestaan over mensen met een beperking. Het resultaat is dat deze mensen worden genegeerd of erger, afhaken.

Milou Sluys

We weten inmiddels veel over de discriminerende werking van het doelgroepenregister. Vanuit onze campagne ‘niet beperkt genoeg’ hebben we deze problematiek onder de aandacht gebracht bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De reactie van de minister biedt weinig hoop. Op korte termijn wordt slechts gesproken over een beperkte verruiming van het register. Op de lange termijn zou ondersteuning breder beschikbaar moeten worden. Mooie woorden, maar onvoldoende perspectief voor de mensen die nu structureel buiten de boot vallen.

Wat ons vooral zorgen baart, is een hardnekkige denkfout bij het vormgeven van wetgeving en beleid. Er wordt uitgegaan van een verkeerd causaal verband: dat ondersteuning alleen nodig is voor mensen met een beperkt verdienvermogen. Mensen met een beperking, met of zonder doelgroepenindicatie, hebben te maken met stigma, hardnekkige vooroordelen en beeldvorming bij werkgevers die hun kansen op werk beperken.

Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat mensen met een arbeidsbeperking 41 procent minder kans maken om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek. Niet vanwege hun ervaring of opleiding, maar vanwege aannames over risico’s, kosten of inzetbaarheid. In de praktijk kiezen werkgevers vaker voor iemand die meetelt voor het Banenafspraakquotum dan voor iemand die daadwerkelijk bij het werk past.

Als we weten dat juist beeldvorming mensen met een beperking belemmert in hun toegang tot werk, dan is het des te schrijnender dat onze wetgeving deze reflexen niet corrigeert. De huidige Banenafspraak met doelgroepenregister beloont afvinkgedrag. Aantallen, labels en registraties zijn leidend, niet de mens.

Mijn oproep is om anders te kijken naar de manier waarop we ondersteuning organiseren en financieren. Niet met regels en vinkjes, maar met vertrouwen en samenwerking. Want pas als we stoppen met meten wie beperkt genoeg is, kunnen we echt gaan kijken naar wat mensen kunnen bijdragen.

Milou Sluys – projectleider